Achter een tekst gaat soms een wereld aan levensverhalen schuil. Dat geldt zeker voor ‘Vaders Huis’, waarvoor Trinity-zanger Elbert Smelt vooral de tekst schreef en Kees Kraayenoord de muziek. Elbert verdeelde zijn tijd in die periode over werk in de psychiatrie en muziek. Toen Smelt (toen nog als lid van Sela) met Kraayenoord ging zitten om een lied te schrijven voor de Sela cd ‘Koninkrijk’, lagen de gesprekken die hij met verschillende patienten had vers in het geheugen.
Elbert vertelt: “Ik zag patienten die door hun ouders waren verlaten; patienten zo ziek waren dat hun hele systeem er aan kapot ging... mensen die onzeker waren of ze wel kind van God waren. Dat laatste gold ook voor mij en is een proces waar ik ook doorgegaan ben. Het lied ontstond vanzelf met die gesprekken in het hoofd. En centraal stond de gedachte dat we niet alleen maar onderdanen zijn van de Koning, maar ook erfgenamen. Ik ging met Kees op zoek in de Bijbel en we kwamen met deze gedachte uit op allerlei Psalmen, en dan met name Psalm 27.
Het lied is persoonlijk geschreven, zoals de Psalm in kwestie een persoonlijke roep naar God om hulp is, en een kwetsbaar uitgesproken verlangen om een veilige schuilplaats.
“Voor mij was het ook persoonlijk” vertelt Elbert, “maar was het in eerste instantie ontstaan met de schrijnende verhalen uit de psychiatrie in het achterhoofd. Het eerste en laatste couplet bijvoorbeeld. Het eerste couplet spreekt ook over een uitgedoofd vuur; als je wilt bidden maar de hemel van koper lijkt. Angst komt ook aan bod; iets wat binnen en buiten de psychiatrie veel voor komt. Het lied is uiteindelijk dan ook breder geworden en het werd een getuigenis om in allerlei omstandigheden naar God toe te kunnen gaan en bij Hem te schuilen.”
This text will be replaced
|