Gods relatie met Zijn schepping wordt op een fraaie manier vertelt in de vier delen van dit lied: van de schepping zelf (Hij zegende Zijn werk), het ingrijpen (Hij stuurde toen Zijn Zoon), de nieuwe opdracht (Hij stichtte zo Zijn kerk) en de belofte van de toekomst (Hij zendt ons weer Zijn Zoon). Een lied dat op zichzelf kan staan als getuigenis van Gods relatie met de mens, maar ook dient als deel van het tweeluik met het bijbehorende slotlied.
This text will be replaced
|